Gezien 21-10-2004, De Meerse – Hoofddorp
Vergeef mij enige subjectiviteit als het Maarten van Roozendaal betreft. Ik heb de man ooit in (ik gok) 1994 een dubbelprogramma zien doen samen met Arthur Umbgrove. Geen idee wie er toen voor en na de pauze stond, maar ik was van beide heren (hoewel Maarten toen samen met Kim Soepnel op de planken stond en Arthur nog steeds met Alberto Klein Goldewijk) enorm onder de indruk. Met Arthur is het even heel snel gegaan en binnenkort verschijnt er weer werk van hem op CD en een nieuw theaterprogramma… goed nieuws dus! Rondom Maarten is het, met uitzondering van een kort hitje met Zwerver, niet heel snel gegaan. Maar het gaat gestaag maar zeker! Maarten is voor mij een van de beste tekstschrijvers (samen met o.a. Kees Torn en Jeroen van Merwijk) van Nederland, maar weet daar op het podium nog een extra schepje bovenop te doen door zijn uitstraling en manier van zingen. Een rauwe stem waarvan het vermoeden leeft dat daar toch menig sigaretje en sterk gedestilleerd (zoals whisky) door heen is gegaan zit gevangen in een smal bewegelijk lichaam dat over het algemeen in een te ruim pak schijnt te hangen. Zittend achter een piano, met op de piano sigaretten, asbak en wijn kijkt hij uit over een zaal en bij hem op het podium een contrabas. In de eerste twee programma’s (Nacht en Adem Uit) zat Kim Soepnel daarachter, maar sinds we “Kerstmis in April” vieren staat Egon Kracht zijn mannetje op het podium. Met hem heeft hij dan ook zijn vierde (Aan gezelligheid ten onder) en vijfde (Tijdelijk tekort aan chronisch geluk) programma door het hele land gespeeld. De bijbehorende CD’s zijn eigenlijk verplicht luistervoer voor iedereen die vind dat hij muzikaal iets op de buhne wil brengen.
Maar nu is Maarten een verzamelprogramma aan het spelen onder de titel “Verzamelt werk” wat tegelijk van start is gegaan met zijn boek “Red mij niet”, waarin alle liedteksten van Van Roozendaal zijn opgenomen. En om de bloemlezing compleet te maken brengt hij zijn verzamelt werk niet alleen met Egon de wereld in, maar hij laat zich begeleiden door Marcel de Groot (gitaar), Jeffrey Bruinsma (viool) en Michiel van Dijk (blaasinstrumenten) om deze geboorte tot zijn recht te laten komen. Omringt door deze mannen staat Maarten, niet achter een piano maar gewoon achter een microfoon, bijna naakt op het podium. Als vaste bezoeker heb je even het idee dat je dat, even onbeschaamd gezegd, blok hout voor hem gaat missen, maar niets is minder waar. Hoewel de variatie in de gevoelswereld door de diverse instrumenten over het algemeen wat vrolijker ligt wordt de teksten in de nieuwe uitvoeringen nog sterker, vooral de nummers die een element als chaos in zich meedragen. Zoals gezegd bestaat de voorstelling uit succesnummers van de eerdere programma’s met een nieuw nummer wat als ode aan de jaren 60-70 is.
Al met al heb ik weer ademloos zitten genieten. Wat er hierboven is en hierbeneden weet ik niet, maar dit was hemel en aarde in één!
(via het Zwartekat.nl forum)